De huis- én haarddokter geven raad. “Breng uw huis in een betere conditie; haal de zon vaker in huis”! 

´Ons huis is onze derde huid´, wordt vaak gezegd. Dit heeft meer betekenis dan in eerste instantie wordt gedacht. Wonen in een huis is een belangrijk deel van ons leven. Een huis dient daarom ook gezond en fit te zijn. Om uw huis in een goede conditie te krijgen, moet meestal de ‘energetische toestand’ worden verbeterd. Dat wil zeggen dat het huis niet alleen als een jas tegen regen en wind dient te beschermen, maar ook een comfortabele woonplek mag zijn.

Om dat te bereiken is een gezondere temperatuurverhouding nodig tussen het lijf/ de massa van het huis en de binnenlucht. Voor het opwarmen is ‘dieptewarmte’ heel geschikt. Ja ‘dieptewarmte’, want ook warmte is in meerdere soorten. Vaak wordt warme lucht gebruikt om een huis op te warmen, maar warme lucht stijgt op en verwarmd voornamelijk het plafond, koelt snel af en daalt terug waardoor het op leefniveau koud blijft. Bovendien moet binnenlucht voortdurend worden ververst en dit geeft veel warmteverlies. Tocht en vocht zijn hierbij regelmatig terugkerende problemen. Het is beter wanneer een compleet interieur wordt opgewarmd op de manier zoals de zon dat doet, met zgn. stralingswarmte. Warmte van de zon is gratis en warmteoverdracht d.m.v. stralingswarmte ook! Stralingwarmte geeft de bewoners bovendien een intenser warmtegevoel, waardoor de lucht minder warm hoeft te zijn en door minder luchtcirculatie blijft het tochtgevoel uit. Twee belangrijke punten waarop Stralingswarmte een dikke plus scoort. ‘Haal de zon vaker in huis’ is het devies. Nou schijnt de zon niet alle dagen volop, dus wat doen we dan? Geconcentreerde zonne-energie ligt opgeslagen in hout en door het te verbranden komen in een korte tijd grote hoeveelheden warmte vrij. Op dat moment wordt de haarddokter erbij gehaald.

De haarddokter gaat meteen naar het hart van een huis kijken. Is het hart van het huis wel in orde? Hout als een open vuur verbranden geeft ook stralingswarmte wat even aangenaam kan zijn, maar het is eigenlijk pure verspilling. Het is meestal alleen bedoeld ter vermaak en het geeft bovendien rookoverlast. Hout steeds in kleine porties, traag en lang achter elkaar verbranden is ook niet efficiënt. Met beide, ongezonde stookmanieren ontstaan vaak ‘stofwisseling stoornissen’ die zich uiten in een hoog verbruik en het dichtslibben van de hoofd ader. Hout kan het best worden verbrand in een afgesloten ruimte. In een haard waarin grote hoeveelheden warmte kunnen worden opgeslagen. De haardwanden geven dan indirecte stralingswarmte en op deze manier wordt het hele interieur gelijkmatig opgewarmd. Het ‘energetisch toestand’ van het huis gaat dan sterk omhoog.

Voedt op de donkere dagen van het jaar de haard een keer daags met een enkele portie en het aantal zonuren zal in huis worden verdubbeld. Er kan dan weer op een natuurlijke manier worden geventileerd en zo ontstaat een hele comfortabele woonplek.